Alle Agapanthus-soorten komen van oorsprong uit Zuid-Afrika en niet van de Canarische eilanden, waar ze, verwilderd, massaal door toeristen worden aangetroffen en bewonderd.
Ook komt de Agapanthus veelvuldig in verwilderde toestand voor op het eiland Madeira.
De eerste vermelding in Nederland van een gecultiveerde Agapanthus is een beschrijving in 1679 van Jacob Breyne aan de hand van een in 1674 bloeiende plant in de tuin Hieronymus van Beverninck te Warmond. Dit klopt aardig want in 1652 werd er door de Verenigde Oost-Indische Compagnie een Hollandse nederzetting gesticht aan de Kaap in Zuid-Afrika. Vanaf dit jaar worden vele planten uit Zuid-Afrika naar Holland verscheept.
De naam Agapanthus komt uit het Grieks: 'agape' betekent liefde en 'anthos' betekent bloem. Samen kan het vertaald worden als liefdesbloem. In het Nederlands kent het geslacht verschillende namen, maar Afrikaanse lelie is verreweg de beste keuze.
Het huidige sortiment Agapanthus cultivars is bijzonder groot. Over de gehele wereld worden driehonderd vijf en negentig cultivars gekweekt. Dit zijn cultivars met een naam, hiernaast worden nog meer onbenaamde zaailingen verhandeld, gewoonlijk met een simpele aanduiding als Agapanthus blauw of Agapanthus wit.
Dit gebeurt helaas ook met benaamde cultivars. Als een tuincentrum een partij Agapanthus inkoopt, is er in veel gevallen geen label beschikbaar met de correcte naam. Er is alleen een label met de naam Agapanthus africanus of het onjuiste Agapanthus umbellatus. Als u dus een Agapanthus tegenkomt met een dergelijk algemene label weet u niet wat u koopt. Beter is het om bij de kweker een cultivar te kopen die op naam staat, en deze kweker kan ook vertellen of de plant een kloon is of vermeerderd is uit zaad.
De volgende hoofdoorzaken kunnen van belang zijn als Agapanthus niet gaat bloeien:
In de tweede helft van augustus direct na de bloei geven we de hoofdbemesting met NPK-meststof 7+14+28 of een andere kalihoudende meststof. Dit is nodig voor knopvorming die in het najaar begint (30 gram per 10 liter potgrond).
Gaten in de kuip maken is heel belangrijk, omdat de planten niet tegen natte voeten kunnen.
De planten moeten in de zomer vochtig gehouden worden, maar in de winter juist droog.
De planten zo lang mogelijk in de zon houden, ook als ze uitgebloeid zijn. In de herfst niet te veel in de regen laten staan; ze moeten vrij droog naar binnen.
Koel weer is prima en bij een korte vorstperiode de planten afdekken met bijvoorbeeld gaatjesfolie voldoet prima. Bij langere vorstperiodes natuurlijk de planten binnen zetten. De planten gaan meestal niet eerder dan half december naar de winterberging.
Bladverliezenden kunnen donker weggezet worden. Geen water geven in de winter en de temperatuur niet boven de 4 tot 6°C. laten komen.
Bladhoudende planten moeten in de winter wel in het licht blijven staan, bij eenzelfde temperatuur. Eens in de 4 weken een weinig water geven.
Voor het bodemleven een handje Maerl-kalk in februari.
In dezelfde maand voorzichtig met een weinig water beginnen.
In maart nogmaals bemesten met NPK 7+14+28 (20 gram per 10 liter potgrond) of een andere kalihoudende meststof.
Begin maart bij koel en vochtig weer de planten naar buiten. Let op nachtvorsten, dan een nacht afdekken.
Na de ijsheiligen de planten naar definitieve plaats overbrengen.Dit is een plaats die zo veel mogelijk op de zon ligt, want deze plant vindt zijn oorsprong in een zonnig land, namelijk Zuid-Afrika.
Agapanthus is ook een zeer goede snijbloem. Door een suikerklontje toe te voegen aan het water of een beetje Seven Up vallen de bloemen niet zo snel uit .
Sinds een paar jaar heb ik ook verschillende soorten in de volle grond geplant. Neem hiervoor alleen bladverliezende soorten. In november moet u alle loof eraf knippen en de planten bedekken met een stuk folie en dan afdekken met een flinke laag stro. Als in het voorjaar de vorst geweken is, kunt u er alles afhalen, maar wees dan voorzichtig met de nachtvorsten waar de jonge scheuten gevoelig voor zijn.
Leuke combinaties zijn dan te maken met bijvoorbeeld roze phloxen of andere zomerbloeiers.
Gerard Achterstraat